woensdag 13 oktober 2010

Stadia

Als je net ziek wordt, heb je geen idee hoe dat proces zal verlopen. Je weet hoe je je op dat moment voelt (meestal is dat dan nog vrij goed) en je weet hoe het zal eindigen. Bovendien heb je het beeld voor ogen van mensen die je voor gingen en die op het laatst in een bed lagen en steeds slechter werden.
Zo zal het bij mij ook wel gaan, denk je dan, maar de periode tussen die eerste aankondiging en die (korte?) periode in dat bed, daar heb je geen idee van.

Grenzen verleggen
In dat tussenstadium zit ik nu en ik merk dat ik voortdurend allerlei grenzen verleg. Eerst had dat te maken met wat ik 'allemaal nog deed'. Ik deed alleen nog maar de leuke dingen in het leven en voelde me daar goed bij. Vervolgens valt een deel van die leuke dingen simpelweg af, omdat je conditie er niet goed genoeg meer voor is. Wel weer even wennen natuurlijk. Nog weer later realiseer je je dat je waarschijnlijk nooit meer bij je vrienden thuis zult komen of in die musea die je zo lief zijn. Het is niet, zoals vroeger: nu even niet, want ik heb het te druk, maar: nu niet en nooit meer. Dat is écht slikken.
Maar dan komt er ook weer een stadium waarin je geaccepteerd hebt dat je dat soort dingen niet meer kunt doen. Dan ben je al blij als je geen pijn of ongemak hebt. In dat stadium heb ik mijn museumkaart (geweldig bezit!) opgezegd en ook mijn NS-jaarkaart. Dat ging op dat moment vrij zakelijk en zonder bijgedachten. Vreemd; dat had ik een maand daarvoor nooit gedacht.
Natuurlijk had ik die kaarten gewoon kunnen laten doorlopen, maar ik wil huisgenoot S en zoon P met zo min mogelijk 'rompslomp' achterlaten. Ze zullen genoeg te doen en vooral te verwerken hebben en wat ik ze uit handen kan nemen, zal ik doen.
En zo zet ik elke dag een stapje in een wereld die ik me nooit had kunnen voorstellen...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten