Misschien vinden sommigen het overdreven als ik mijn lieve huisgenoot S mijn grote held noem. Toch doe ik dat. We waren altijd al een harmonieus stel en S was altijd al heel zorgzaam, ook vóórdat ik ziek werd. Dat is voor mij dus op zichzelf niks nieuws, ook al verbaasden anderen zich vaak over dat enorme zorgzame.
Maar toen ik ziek werd, ook in het prille begin, ging S met me mee-bewegen. Dat nam ik waar en het voelde heel heilzaam, maar het hoorde nog steeds bij de vertrouwde S die ik ken.
Verval
Nu ik er zo voor sta dat ik niet lang meer te leven heb, zet dat natuurlijk ook zíjn leven en toekomst onder druk. Hij heeft de (snel toenemende) zorg om en voor mij, maar hij heeft bovendien het weinig aanlokkelijke zicht op het weduwnaarschap. En desondanks blijft hij de rustige, zorgzame man die ik al heel lang ken en die probeert de tijd die we samen nog hebben zo aangenaam mogelijk te maken.
Maar het feit dat ik hem mijn held noem, heeft met méér te maken. S heeft nooit onder stoelen of banken gestoken dat hij veel van me houdt. En nu, nu mijn lijf zo zienderogen in verval is, houdt hij nog steeds evenveel én op dezelfde manier van me als altijd. Dát vind ik prachtig en ik zie om me heen dat het ook heel anders kan. Daar ben ik dus heel dankbaar voor en ik weet dat ik om die reden het laatste restje van mijn leven in mijn eigen, vertrouwde omgeving kan doorbrengen. Chapeau S!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten