maandag 16 augustus 2010

Nou goed dan...

Vooruit: ik zal eerst iets vertellen over de situatie waarin ik verkeer. In september 2007 werd bij mij borstkanker geconstateerd, met uitzaaiingen in de lymfeklieren die in de oksel zaten. Iedereen roept dan meteen: "Nu ga je een slecht jaar tegemoet, maar daarna ben je volledig hersteld." Zelf besef je maar al te best dat je dat laatste nog maar moet afwachten. Dat van dat slechte jaar, dat neem je onmiddellijk aan.
En inderdaad, het werd een behoorlijk zwaar jaar (anderhalf zelfs). Achtereenvolgens werd ik ingewijd in de geheimen van chemotherapie (6 kuren), operaties (borstamputatie en okseldissectie), zéér intensieve fysiotherapie (7 dagen per week, om het volgende onderdeel van de behandeling überhaupt mogelijk te maken) en dan als laatste: 38 bestralingen.

Moemoemoe
Na dat alles was ik vooral moe. Ik deed mijn uiterste best om nog iets van werk te verrichten, maar dat viel niet mee. De arm waarvan de oksel een operatie had ondergaan, was door de gestoorde lymfefunctie erg dik geworden en daarom moest ik (aanvankelijk) gezwachteld worden om de ergste dikkigheid terug te dringen. Dat 'zwachtelen' klinkt vrij onschuldig, maar feitelijk komt het erop neer dat je een enorme, zware arm krijgt die nog het best te vergelijken is met een gipsen arm. Niet leuk, maar alla, je moet aan alles wennen. Mijn over het algemeen toch heel optimistische aard had ook een knauw gekregen en ik moest er dus ook voor zorgen dat ik die aard weer terug kreeg.
Natuurlijk lukte dat (waarom zou je anders zo'n aard hebben?) en ik ging dus zo goed als mogelijk was 'gewoon' verder met leven. De vermoeidheid bleef nog heel lang, dus dat was echt iets om mee te dealen. Begin 2009 ging het steeds een tandje beter, hoewel ik nooit het gevoel heb gehad op mijn oude energie-niveau terug te zijn geweest.

Terug bij AF
Eind 2009 werd ik opnieuw heel erg moe en ik had dus het idee dat ik weer zo'n beetje terug bij AF was. Toch maar eens naar de dokter en natuurlijk wordt niet meteen aan nieuwe uitzaaiingen gedacht. Vermoeidheid kan vele oorzaken hebben, dus het duurt allemaal even. Pas toen ik serieuze buikklachten kreeg, drong het tot mezelf en de artsen door dat er waarschijnlijk toch iets anders aan de hand was. Een CT-scan bracht duidelijkheid: uitzaaiingen van de oorspronkelijke borstkanker in het buikvlies. "Niks meer aan doen" hoor je wel eens over (bijna) perfecte dingen, maar helaas ging het ook op voor mijn uitzaaiingen. Ik kreeg de keuze: helemaal niks meer ondernemen of toch nog chemotherapie om te proberen de zaak in elk geval enigszins tot staan te brengen. Ik had (gezien mijn vorige ervaringen met chemotherapie) heel weinig zin in dat chemotraject, maar ik vond dat ik het aan mijn directe omgeving verplicht was het in elk geval te proberen. Als het zou aanslaan, had ik toch weer wat tijd gewonnen.

Nooduitgangen
En het slóeg aan; althans bij de eerste twee kuren. De CT-scan die daarop volgde, gaf aan dat er zelfs enige sprake was van vermindering van de uitzaaiingen. Maar al na de vierde kuur, bleek dat de groei van de tumoren gewoon doorging, ondanks de chemotherapie. Een op een kiertje openstaande nooduitgang was dus met 'n klap in het slot gevallen.
Stoppen dus met die chemo, want de bijwerkingen ervan waren aanzienlijk. Do-de-lij-ke vermoeidheid was er slechts eentje van en ook krachtsverlies en een absoluut gebrek aan eetlust. Het kon me dus zomaar overkomen dat ik bij een wandelingetje van hooguit vijf meter plotseling onderuit ging. Stoppen betekende niet meteen dat de bijwerkingen ook stopten. Die gingen nog gezellig even door nadien.
Intussen was overigens een nieuwe nooduitgang op 'n heel klein kiertje gezet: behandeling met een middel dat werkt op de geslachtshormonen. Dat was eerder ook al gebeurd en toen had het duidelijk niet tot het gewenste effect geleid, maar het was een poging waard om het met een net iets anders werkend middel nog eens te proberen. En zowaar: de eerste resultaten zijn bevredigend. Nog steeds geen enkel zicht op genezing natuurlijk, maar die deur staat voorlopig dus nog even op een kier.

Leven alsof je nooit dood ging
Intussen is het voor mij van het grootste belang om de moed erin, het hoofd koel en de zaken op een rijtje te houden. Ook dat lukt goed, mede gezien mijn optimistische aard en met hulp van heel veel lieve mensen om me heen. Ik huldig de opvatting dat een mens leeft zolang hij/zij niet dood is en dat je in die tijd, onder de gegeven omstandigheden, ook het beste moet zien te maken van het leven dat je rest.
Zo, de kop is eraf. Wie weet schrijf ik nog vaker...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten